‘Maandagochtend, toen ik bij de kweker stond op zoek naar een beetje groen en leven, werd ik gebeld. Want ze hadden me snel nodig! Meteen vertrok ik naar huis om alles te regelen. Daarna was het nog eventjes wachten op het rooster', vertelt Gerda. Maar die tijd werd goed benut om de flinke verzameling e-learning door te spitten. Dat ging gelukkig vrij soepel. ‘Ik lees altijd nog vakliteratuur, de basis verleer je niet!’

‘Werken in zo’n mummiepak’ is bloedheet’


Het voelde wat als stilte voor de storm. Op vrijdag kwam ‘het telefoontje’ binnen. Met spoed was er een verpleegkundige nodig voor de opgerichte COVID-afdeling waar ouderen verblijven met een somatische aandoening. Spannend vond ze het wel want er bleken meer besmettingen dan verwacht. ‘Van alles gaat door je hoofd: gaat het wel goed, zijn we wel voorbereid genoeg?’ Ook het werken in bescherming was even wennen. ‘Werken in zo’n ‘mummiepak’ is bloedheet. Met enorme dorst kwam ik na 8 uur werken thuis. Heb ik zelf corona? Even een check met de thermometer.. gelukkig bleek ik alleen wat oververhit te zijn.’ 

Al snel gaat alles goed en springt de ‘vliegende kiep’ bij daar waar het kan: ‘De zorg is wat veranderd, meer techniek komt erbij kijken. Dat is juist leuk! Sondevoeding deed je altijd uit je hoofd en nu staat alles op een pomp ingesteld. Gelukkig ben ik technisch ingesteld, dat heb ik wel geleerd door mijn huidige werk.’

Waardevol werk in een verdrietige situatie

De bewoners voelen zich ondersteund, maar de situatie wordt ook gezien als iets heel verdrietigs, beschrijft Gerda. ‘De mensen merken op dat er een scheiding gemaakt wordt en medebewoners misschien niet meer terugkomen.. Of het meerdere keren verhuizen, dat snappen ze soms niet. Ze zijn echt gehecht aan hun kamertje.’ Bij Magentazorg wordt er van alles verzonnen om de zorg zo goed mogelijk aan te passen op de situatie. ‘Het thuisfront wordt zoveel mogelijk betrokken: met vaste belmomenten per dag, familie kijkt online mee in de rapportage, raamvisite is soms mogelijk en er wordt veel gevideobeld.’ Met trots vertelt Gerda verder hoe ook zij manieren heeft bedacht. ‘Omdat ik op meerdere COVID-afdelingen werk, laat ik de bewoners ansichtkaarten naar elkaar schrijven. Dat vinden zij erg fijn om zo toch contact te hebben.’

Sterke onderlinge saamhorigheid 

Herintreders, geneeskundestudenten en ook andere disciplines die normaal gesproken niet ‘aan het bed staan’ helpen allemaal mee. De saamhorigheid onderling is erg sterk, merkt Gerda op. ‘In deze periode valt er veel druk op de schouders van het vaste personeel. Herintreders werken samen met het vaste team van verpleging en verzorging. Soms gaan kleine logistieke dingentjes mis, maar de sfeer is positief en we kunnen bij elkaar terecht.’  

Aan de medewerkers zelf is ook gedacht en er wordt vanuit verschillende hoeken nazorg geboden, bijvoorbeeld door een Leefstijl-coach. Gerda heeft door haar eigen levenservaring ook wat aanvullende tips: ‘Thuis meteen iets anders aantrekken is belangrijk om los te komen van het werk, even naar buiten gaan en echt met andere dingen bezig zijn.’
Toch hoopt de oud-verpleegkundige dat er een eind komt aan de coronacrisis: ‘Ik heb mijn eigen bedrijfje opgebouwd met zorg en liefde, daar hoop ik weer in terug te keren wanneer dat mogelijk is.’ 

Gerda de Vink